Het kan voorkomen dat je een te hoge of een te lage bloedsuiker hebt. Hier kun je meestal vrij weinig aan doen, het komt vaak omdat je bijvoorbeeld diabetes hebt. Het is dan een kwestie van omgaan met de situatie en dan houdt het eigenlijk ook wel op. Toch zijn er zeker wat tips op papier te zetten om ervoor te zorgen dat het toch dragelijk gemaakt wordt om te leven met diabetes. Het voordeel van de bloedspiegel is namelijk dat deze inderdaad te hoog of te laag kan zijn, dat dit klachten oplevert, maar dat deze ook relatief makkelijk te verhelpen zijn. Een lage of hoge bloedspiegel zegt namelijk niet veel meer dan dat je even iets moet eten of dat je juist even niet moet eten. Het klinkt nu simpeler dan het is, maar met vrij simpele tips kun je er voor zorgen dat je minder problemen ondervindt van een verstoorde bloedspiegel.
Tip 1: Wat is er aan de hand?
De eerste tip is eigenlijk meteen de belangrijkste. Als je diabetes hebt, weet je al snel wat er met je aan de hand is als je ergens last van hebt. Als je minder vaak last hebt van schommelingen in je bloedsuiker, dan is het goed om te weten wat er allemaal kan gebeuren als je last hebt van een schommeling hierin. Je moet immers wel verschillende dingen doen als je last hebt van een hoge of een lage bloedsuiker. Bij een hoge bloedspiegel heb je last van moeheid en misselijkheid. Dit komt omdat er te veel suiker in je bloed zit en je niet zodanig veel daarvan nodig hebt. Daar wordt het lichaam als het ware uitgeput van. De misselijkheid komt voornamelijk omdat er een suikerkick richting je maag gaat. Je maag kan dit niet allemaal laten opnemen door het bloed en daardoor krijg je een misselijk gevoel. Bij een te lage bloedspiegel heb je last van andere symptomen. Zo kan je duizelig zijn en wazig zien. Je kunt ook last krijgen van zweten en gapen. Je lichaam heeft iets nodig en probeert dat duidelijk te maken door deze symptomen te ontwikkelen. Door te kijken welke symptomen je hebt, wordt al snel duidelijk of je last hebt van een hoge of lage bloedspiegel. Vervolgens kun je hier je plan op aanpassen.
Tip 2: Denk in simpele dingen
De tweede tip is, is dat het goed is om te kijken naar simpele oplossingen. Als je last hebt van een lage bloedspiegel, dan is de makkelijkste oplossing om iets te eten zodat je bloedspiegel weer omhoog gaat. Als je last hebt van een hoge bloedspiegel, moet je zorgen dat deze omlaag gaat. Dit kan bijvoorbeeld door veel te drinken zodat je relatief minder suiker in je bloed hebt zitten. Je kunt ook even gaan liggen of nagaan of er iets veranderd is in je normale leefpatroon. Het zou bijvoorbeeld zo kunnen zijn dat je slecht geslapen hebt of dat je ineens andere dingen hebt gegeten dan je normaal zou doen. Deze dingen bepalen voor een groot deel hoe je je voelt en als je gevoelig bent voor schommelingen in je bloedsuiker, dan kan het voorkomen dat een slecht nachtje slapen zorgt voor een schommeling in je bloedsuiker.
Tip 3: Ga naar de dokter voor lange termijn oplossingen
Als je vaak last hebt van een lage of juist hoge bloedspiegel, dan is het goed om eens met een dokter te overleggen over een lange termijn oplossing. Je wil dan niet altijd gebonden zijn aan het houden aan een vast eetpatroon en je wil ook gewoon eens kunnen leven en gek doen. Er is medicatie op de markt die ervoor zorgt dat een schommeling in je bloedspiegel minder hard aankomt dan normaal. Dit zou een oplossing kunnen zijn die op lange termijn prettig voor jou werkt. Ook zijn er speciale diabetesartsen die je kunnen helpen met het uitvogelen van een fijn systeem. Zelfs diëtisten weten tot op zekere hoogte wat een gezond eetpatroon is en kunnen je helpen om oorzaken te vinden van wat jou een hoge of lage bloedspiegel geeft. Als je eenmaal producten hebt gevonden die niet goed bij jou werken, kan je deze schrappen uit je normale eetpatroon.