De Bloedglucosewaarden zijn voor doktoren een indicatie om te kijken of iemand last heeft van een te lage bloedsuiker of juist een te hoge bloedsuiker. Het kan ook zo zijn dat geen van beiden van toepassing is, dan word er gesproken van een neutrale bloedglucosewaarden. Vroeger moest er een afspraak met de huisarts gemaakt worden om de bloedglucosewaarden op te meten. Tegenwoordig kan je dit ook prima zelf doen.
De meting en de betekenis
De uitkomst van de meting word weergeven in mmol/l. Hiermee kan men weten hoeveel millimol glucose per liter er in het bloed zit. Het beste moment om te meten is in de ochtend voordat je wat gegeten hebt. Dit word ook wel een nuchtere meting genoemd. De uitkomst van de meting word de nuchtere waarden genoemd aangezien je op een nuchtere maag de bloedglucosewaarden opgemeten hebt.
Neutrale bloedglucosewaarden
Er word gesproken van een neutrale bloedglucosewaarde als de bloedglucosewaarden niet onder de 4 mmol/l komt en niet boven de 9 mmol/l uitkomt.
Te hoge bloedglucosewaarden:
In de praktijk praat men over te hoge bloedglucosewaarden als deze boven de 10 mmol/l is. In dit geval heb je een te hoge bloedsuiker. Hierbij ervaar je meestal de klachten van een hyper, maar dit hoeft niet altijd het geval te zijn. In sommige gevallen worden er geen nare klachten ervaren, maar ook dan is het toch handig hier even naar te kijken. Op den duur kan een te hoge bloedglucosewaarden voor vervelende bijwerkingen zorgen.
Te lage bloedglucosewaarden:
Men heeft het over een te lage bloedglucosewaarden als deze onder de 4 mmol/l raakt. Als dit het geval is word er gesproken van een Hypo ofwel een te lage bloedsuiker.
Aan de hand van de meting kun je kijken hoe de bloedglucosewaarden ervoor staat. Het is natuurlijk altijd de doelstelling om binnen de neutrale bloedglucosewaarden te komen. Soms zijn enkele simpele aanpassingen in het dagelijks leven al voldoende om dit te bewerkstelligen.